Operante conditionering omvat een proces waarin het gedrag van een mens verandert als gevolg van de consequenties die dat gedrag heeft. Gedrag is een respons op een stimulus (prikkel) en heeft altijd consequenties die de waarschijnlijkheid beïnvloeden dat het gedrag herhaalt of juist nagelaten zal worden. Het bestraffen van ongewenst - en het belonen van gewenst gedrag zijn de bekendste condities om gedrag te veranderen. Operante conditionering wordt ook wel instrumentale conditionering genoemd.
_
_
![Foto](/uploads/4/3/0/8/43084381/459269638.png?250)
Operante conditionering is een vorm van conditionering waarbij het subject gericht gedrag vertoont teneinde een bepaald doel te bereiken. Edward L. Thorndike (1874-1949) onderzocht als eerste deze vorm van conditionering door te observeren hoe hongerige katten de uitgang zochten in puzzelkooien (Thorndike Puzzle Box) die hij ontwierp. De kat kon uit de kooi ontsnappen door op een pedaal te drukken bij de uitgang zodat dan de deur open ging, waarna de kat bij het eten terecht kon. Aanvankelijk verrichte de kat allerlei nutteloze handelingen totdat het per toeval op de pedaal duwde waarna de deur opensprong. Deze procedure werd door Thorndike herhaald en de kat slaagde erin steeds sneller de puzzel op te lossen. Nu de kat de oplossing gevonden had, liet hij ook steeds vaker de nutteloze handelingen achterwege.
Op basis van zijn experiment formuleerde Thorndike zijn wet van het effect:
responsen die voldoening gevende gevolgen teweegbrengen zullen herhaald worden en steeds sneller en efficiënter uitgevoerd worden, responsen die onbevredigende responsen teweegbrengen zullen niet herhaald worden.
Op basis van zijn experiment formuleerde Thorndike zijn wet van het effect:
responsen die voldoening gevende gevolgen teweegbrengen zullen herhaald worden en steeds sneller en efficiënter uitgevoerd worden, responsen die onbevredigende responsen teweegbrengen zullen niet herhaald worden.
![Foto](/uploads/4/3/0/8/43084381/628070841.jpg?250)
Maar ook Skinner voerde experimenten uit. Skinner had een kooi ontworpen - de Skinnerbox - die uit een hendel, een voedselbak en een metalen rooster bestaat. Het proefdier, een rat, krijgt een etensbrokje toegediend als hij de hendel overhaalt. De rat zal op den duur per toeval de hendel overhalen en hij zal aanvankelijk geen verband leggen tussen deze activiteit en het eten dat hij krijgt opgediend. Bij de tweede, derde of vierde keer associeert de rat het neerhalen van de handel wel met het het verkrijgen van eten. Gedrag dat gevolgd wordt door een effect in de omgeving wordt operante respons genoemd. Bekrachting is daarbij een onmisbaar element. Het eten is bij de rat van Skinner de positieve bekrachtiger. Zonder bekrachting zal het gedrag langzaam uitdoven: extinctie genaamd.
Volgens Skinner verandert gedrag door de omgeving te veranderen die op het specifieke gedrag volgt. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen bekrachtiging en straf. Verandering van de omgeving die de kans vergroot dat het gedrag zich zal herhalen is bekrachtiging. Verandering van de omgeving die de kans verkleint dat het gedrag zich zal herhalen is straf.
Volgens Skinner verandert gedrag door de omgeving te veranderen die op het specifieke gedrag volgt. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen bekrachtiging en straf. Verandering van de omgeving die de kans vergroot dat het gedrag zich zal herhalen is bekrachtiging. Verandering van de omgeving die de kans verkleint dat het gedrag zich zal herhalen is straf.
Bron tekst: http://mens-en-samenleving.infonu.nl